‘Stijging woningprijs vlakt pas af als hypotheekrente stijgt’
Geplaatst op 22 giugno 2021
De trend van stijgende huizenprijzen zet ook in mei enthousiast door. Zo is het prille record van april alweer verbroken. Waar in april nog een stijging van 11,5% te zien was in vergelijking met het jaar ervoor, is het verschil in mei 12,9%. Dit is de sterkste prijsstijging sinds april 2001, zo blijkt uit cijfers van het Kadaster.
In juni 2013 bereikten de woningprijzen een dieptepunt. Sindsdien is er sprake van een stijgende lijn. Zo lag de prijsindex voor bestaande woningen in mei dit jaar op het hoogste niveau ooit. Vergeleken met het dal in 2013 zijn de prijzen in mei met 66,8% gestegen. Stel je kocht destijds een gemiddelde woning van €200.000. Inmiddels zou je voor dezelfde woning circa €333.600 betalen.
Minder verkochte woningen in mei
In mei zijn er 12,1% minder woningen van eigenaar gewisseld dan in dezelfde maand vorig jaar. Kijken we naar de eerste vijf maanden van dit jaar, dan ligt het aantal verkopen wel 14,6% hoger ten opzichte van dezelfde periode in 2020. Mogelijk komt dit doordat huizenkopers onder de 35 jaar hebben gewacht met de overdracht tot na 1 januari 2021. Op die manier hoefden ze geen overdrachtsbelasting te betalen.
Verwachte dip blijft uit, huizenprijzen in jaar tijd €28.000 gestegen
Een jaar geleden verwachtten onderzoekers van de De Nederlandsche Bank (DNB) dat de huizenprijzen door de coronacrisis in een dip zouden belanden. Het tegenovergestelde is het geval. Zo is de woningprijs in slechts één jaar tijd met bijna €28.000 gestegen. Per maand is je woning dus €2.325 meer waard geworden. Volgens de DNB heeft de stijging voornamelijk te maken met:
- De lage rentestand, waardoor mensen meer kunnen lenen
- Het afschaffen van de overdrachtsbelasting voor jonge kopers
- Het beperkte woonaanbod
Stijging woningprijs vlakt af als hypotheekrente stijgt
Intussen heeft DNB haar voorspelling bijgesteld. Nu is de verwachting dat de huizenprijzen in 2021 gemiddeld 10% toeneemt. In 2022 vlakt de stijging iets af naar 5,5%. Dit heeft te maken met de verwachte stijging van de hypotheekrente en de werkloosheid in 2022. Voor het jaar daarna wordt het verder oplopen van de hypotheekrente voorzien, waardoor de stijging van de woningprijzen zal uitkomen op 3,5%. Kortom, ook dan blijft de woningprijs naar verwachting stijgen maar niet meer met dubbele cijfers.
De rente staat nog steeds laag en het woningaanbod is beperkt. Banken en economen gaan hierdoor uit van verder stijgende woningprijzen. De ogen zijn vooral gericht op de (hypotheek)rente. Stijgende rentes resulteren in een normale markt in minder hard stijgende woningprijzen.